Sparta de stad zelf
In de Myceense periode was Sparta een belangrijk cultuurcentrum. Dat blijkt uit het werk van Homerus (Menelaos en "de Schone" Helena) en wordt bevestigd door archeologische vondsten (vb. de "bekers van Vaphio"). Maar het historische Sparta, waarvan het beeld tot onze collectieve verbeelding spreekt, ontstond in de 10e eeuw v.Chr.. Toen besloten vier Dorische dorpen zich samen te voegen (ook wel synoikismos genoemd) tot één grote polis, in de vlakte van de rivier de Eurotas. Daarbij verdrongen zij de oorspronkelijke bewoners van de vlakte naar de buitenranden en degradeerden hen tot tweederangs-burgers, die als slaven werden ingezet.
Op die manier ontstond een voor Griekenland vrij unieke situatie, omdat de stad Sparta, die géén echte akropolis of stadsmuren bezat, open en bloot in een vruchtbare landbouwstreek lag. Dus moesten de inwoners zich steeds paraat houden voor mogelijke vijandelijke invallen en opstanden van de oorspronkelijke bewoners, die ver in de meerderheid waren. Dit gegeven heeft in grote mate bijgedragen aan de vorming van het unieke "Spartaanse" karakter. De Spartaanse staatsstructuur en levenswijze waren in de klassieke tijd een anachronisme geworden, waar de andere Grieken met gemengde gevoelens op neerkeken: enerzijds afkeurend en misprijzend, anderzijds met nostalgie en respect voor de Spartaanse "zuiverheid" en authenticiteit.
In de 8e eeuw v.Chr. kende Sparta, net als de andere stadstaten van Griekenland, een bevolkingsexplosie, die echter geen golf van kolonisatie veroorzaakte, maar die opgevangen werd door de systematische verovering van andere gebieden in de Peloponnesos zelf. Als gevolg van moeizame veroveringscampagnes maakte Sparta zich van de 8e tot de 5e eeuw v.Chr. achtereenvolgens meester, eerst van Laconië, daarna van Messenië en vervolgens van het grootste deel van de Peloponnesos. De onderworpenen kregen de status van heloten.
Aan het einde van de 6e eeuw v.Chr. was er een werkelijke Peloponnesische confederatie ontstaan, die van Sparta de machtigste militaire staat in Griekenland maakte. Fundamentele tegenstellingen tussen Sparta en het expanderende Athene leidden uiteindelijk tot de uitputtende Peloponnesische Oorlog. Aan het einde van deze oorlog in 405 v.Chr. was Sparta niet alleen ter land, maar ook ter zee de belangrijkste macht van Griekenland geworden. Uit overmoed en om de Ionische steden te bevrijden werd zelfs nog kortstondig campagne gevoerd tegen Perzië in Klein-Azië. Na de slag bij Leuktra echter in 371 v.Chr., waarbij de helft van de Spartanen omkwam, verloor Sparta Messenië en was Thebe de nieuwe belangrijkste macht in Griekenland. Uiteindelijk bracht de Macedonische koning Philipus de door onderlinge oorlog uitgeputte Griekse stadstaten onder zijn gezag. In de Hellenistische periode takelden zowel de morele betekenis als de reële macht van Sparta verder af, en na de Romeinse machtsovername degradeerde het tot een provinciestadje en tenslotte zelfs tot een dorp.